<- Al het nieuws

Zomerzitting 2020 van de Conferentie der Verdragsluitende Partijen

Persbericht

Straatsburg, 1.07.2020 – De Conferentie der Verdragsluitende Partijen (CVP) heeft op 1 juli 2020 haar zomerzitting gehouden, bij wijze van uitzondering per videoconferentie wegens de Covid-19-crisis. Het voorzitterschap werd voor de eerste maal vervuld door mevrouw Muriel Bouldouyré, hoofd van de Franse delegatie, aangezien Frankrijk het voorzitterschap van de CVP in 2020 en 2021 bekleedt. Aan deze zitting hebben vertegenwoordigers van de zes Verdragsluitende Partijen en van de nationale instituten evenals een vertegenwoordiger van de Donaucommissie deelgenomen. De CVP heeft met name de volgende onderwerpen behandeld: impact en nasleep van de Covid-19-crisis, verhoging van de verwijderingsbijdrage tot 8,50 euro en nieuwe ontgassingsvoorschriften. Het laatste deel van de zitting was gewijd aan de Europese financieringsmogelijkheden voor het ontgassen van binnenschepen, met de buitengewone deelname van een vertegenwoordiger van de Europese Commissie (DG ENVI).
 

Bron: secretariaat van het CDNI

 

Covid-19-pandemie en diensten voor de verzameling en de inname van afval

 
De Verdragsluitende Partijen hebben een terugkeer naar de normale gang van zaken gemeld bij de verzameling en inname van het afval dat binnen het toepassingsgebied van het Verdrag valt. Als gevolg van de crisis moesten echter voor bepaalde diensten specifieke maatregelen worden getroffen (invoering van een minimumdienst, verkorting van de openingstijden van de ontvangstinrichtingen). Ondanks de sanitaire beperkingen konden de diensten voor de verzameling en de inname van afval hun taak vervullen en op deze wijze de continuïteit van de binnenvaart waarborgen met inachtneming van de milieuverplichtingen. De Donaucommissie heeft aangegeven dat de diensten ook op de Donau onder goede omstandigheden gehandhaafd konden worden.
 
 



Deel A: olie- en vethoudend afval

Verwijderingsbijdrage: verhoging tot 8,50 euro per 1000 liter met ingang van 1 januari 2021

 
Zoals al was aangekondigd in afgelopen december, zal de verwijderingsbijdrage voor het olie- en vethoudend afval met ingang van 1 januari 2021 worden verhoogd tot 8,50 euro per 1000 liter gebunkerde accijnsvrije gasolie. Het tarief was sinds de inwerkingtreding van Deel A in 2011 ongewijzigd gebleven (7,50 euro per 1000 liter). Deze wijziging is door de Verdragsluitende Partijen bevestigd door middel van een besluit tot wijziging van artikel 3.03 van de Uitvoeringsregeling.
 
Het IVC (Internationaal Verevenings- en Coördinatieorgaan) heeft in 2019 voor het beheersgebied van het CDNI de geïnde verwijderingsbijdragen in de afgelopen jaren en de kosten voor de verzameling nader geanalyseerd. In de eerste jaren na de inwerkingtreding van het Verdrag waren de inkomsten hoger dan de kosten. Uit de ontwikkelingen van de afgelopen jaren blijkt echter dat het gecumuleerde overschot langzaam maar zeker is afgenomen en dat vanaf 2021 een tekort zou kunnen ontstaan. Het IVC heeft daarom in zijn jaarverslag 2019 geadviseerd om de verwijderingsbijdrage te verhogen.
 
Het verslag van het IVC over de jaarlijkse evaluatie van het financieringssysteem is gepubliceerd op de website van het CDNI. Het uitgebreide verslag bevat een kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de factoren die van invloed zijn op de vaststelling van de verwijderingsbijdrage met het oog op het behoud van het evenwicht van het financieringssysteem.
 
Het systeem voor de inzameling en verwijdering van het olie- en vethoudend afval is gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt via een indirecte financiering ten tijde van het bunkeren en de beschikbaarheid van ontvangstinrichtingen in het hele toepassingsgebied van het CDNI.
 
Besluit CDNI 2020-I-2
 
 



Deel B: afval van de lading

Nieuwe bepalingen voor de behandeling van gasvormige restanten van vloeibare lading

 
Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 3 juli 2020 de akte van aanvaarding van de wijziging van het Verdrag neergelegd in Straatsburg. Deze akte was op 13 maart ondertekend door de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, maar kon door de Covid-19-crisis nog niet fysiek worden neergelegd bij de depositaris (zie het persbericht). Het Koninkrijk der Nederlanden is de tweede Verdragsluitende Partij die de ratificatieoorkonde heeft neergelegd, na het Groothertogdom Luxemburg op 7 februari van dit jaar.
 
België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland zetten de ratificatieprocedures voort op nationaal niveau. In 2020 worden verdere ratificaties verwacht. De wijziging van het Verdrag treedt in werking zes maanden nadat de laatste ratificatieoorkonde is neergelegd bij de depositaris, de secretaris-generaal van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
 
De CVP heeft de werkgroep CDNI/G opgedragen de verschillende initiatieven op nationaal niveau aandachtig te volgen en de bestaande en toekomstige ontgassingsstations in kaart te brengen. Tijdens de volgende zitting van de CVP in december kan meer informatie worden gegeven.
 
Een vertegenwoordiger van DG ENVI van de Europese Commissie heeft een presentatie gegeven van het Europese luchtkwaliteitsbeleid en een overzicht van de Europese cofinancieringsmogelijkheden om maatregelen ter beperking of uitbanning van verontreinigende emissies te bevorderen. De doelstellingen van het CDNI met betrekking tot de ontgassing van binnenschepen zijn met name in overeenstemming met de ambities van de Europese Commissie van de Europese Green Deal.
 
In het najaar van 2020 zou in Brussel samen met DG ENVI een workshop georganiseerd kunnen worden om de belangrijkste actoren die betrokken zijn bij de uitvoering van de nieuwe ontgassingsbepalingen bewust te maken van deze mogelijkheden tot financiering en de begeleiding bij het opzetten van projecten, zowel op het gebied van onderzoek en ontwikkeling als op infrastructureel vlak.
 
Onlangs is een speciale webpagina gepubliceerd over de invoering en toepassing van de nieuwe ontgassingsvoorschriften, die alle relevante informatie geeft: https://www.cdni-iwt.org/deel-b-ontgassing/?lang=nl
 
Besluit CDNI 2017-I-4
 
 



Deel C: overig afval

Uitbreiding van het toepassingsgebied van het verbod tot lozing van huishoudelijk afvalwater door passagiersschepen

 
Het ontwerpbesluit tot uitbreiding van het materiële toepassingsgebied van het lozingsverbod voor huishoudelijk afvalwater tot passagiersschepen met 12 tot 50 passagiers is ter goedkeuring op de agenda van de volgende zitting van de CVP in december geplaatst. Het ontwerpbesluit sluit voorlopig de schepen uit die vóór 30 december 2008 zijn gebouwd, in afwachting van het onderzoek met betrekking tot de gevolgen van de overgangsperiode voor de verplichting om over een inzameltank of een zuiveringsinstallatie aan boord te beschikken. De Nederlandse delegatie verricht momenteel een studie om de gevolgen van een dergelijke maatregel op Europese schaal te beoordelen, zowel voor de installaties voor de verzameling en verwijdering van het huishoudelijk afvalwater aan boord als voor de infrastructuur voor de inname aan wal. De resultaten zullen in 2020 worden gepresenteerd.
 

Vergaderingen in 2020

 
De volgende vergadering van de CVP zal op 15 december 2020 plaatsvinden.
De werkgroep van het CDNI zal op 27 en 28 oktober en het IVC op 25 november bijeenkomen.
Alle vergaderdata en -agenda’s worden gepubliceerd op de speciale webpagina van het CDNI.
 

Persbericht