<- Al het nieuws

Gemeenschappelijke vergadering van CDNI en Donaucommissie

Persbericht

Wenen, 31 oktober 2018 – Voor de eerste keer zijn op woensdag 31 oktober 2018 deskundigen op het gebied van scheepsbedrijfsafvalstoffen uit tien lidstaten van de Donaucommissie en van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) bijeengekomen. De bijeenkomst vond plaats bij het Oostenrijkse Bondsministerie voor Verkeer en Innovatie. Dankzij de vriendelijke ondersteuning van Oostenrijk werd deze gemeenschappelijke bijeenkomst uitstekende randvoorwaarden geboden.
 

Bron: Secretariaat van het CDNI

 
Oostenrijk was in meerdere opzichten een zeer geschikte gastheer: tot 31 december bekleedt Oostenrijk het voorzitterschap in de Europese Raad en als Donau-oeverstaat is Oostenrijk lid van de Donaucommissie (DC). Bovendien heeft Oostenrijk een waarnemersstatus bij het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI).
 
Tijdens de vergadering werd het CDNI, dat al jarenlang succesvol in de praktijk wordt toegepast, van verschillende kanten belicht. Dit mede omdat al enkele jaren in de Donaucommissie nagedacht wordt over de actualisatie van de eigen aanbevelingen op het gebied van de afvalverwijdering en de mogelijkheden die er zijn om bindende regelingen tot stand te brengen. Een betere regeling voor de afvalafgifte en -verwijdering voor de binnenvaart op internationaal vlak zou het milieu zeer ten goede komen.
 
De circa veertig deskundigen hebben een open en constructieve gedachtewisseling gevoerd. Er werd in detail uiteengezet hoe vandaag de dag de inname en verwijdering van afvalstoffen in de binnenvaart in zijn werk gaat. Daarbij werd niet alleen ingegaan op het toepassingsgebied van het CDNI – waar ook de Rijn als grootste waterweg onder valt – maar ook op de Donau.
 
Om de grensoverschrijdende binnenvaart te laten plaatsvinden onder zo uniform mogelijke randvoorwaarden, wordt van beide zijden een zo groot mogelijke harmonisatie van de bepalingen bepleit. De bestaande structurele verschillen (omvang van de vloot, beschikbare infrastructuur enz.) zouden in dit kader geen hindernis mogen vormen.
 
De vertegenwoordigers van de CDNI-lidstaten hebben bericht over de ervaringen die zijn opgedaan met het CDNI sinds het verdrag in 2009 van kracht werd. Zij beschreven wat er bereikt is en wat de uitdagingen voor de toekomst zijn. De vertegenwoordigers van de DC hebben concrete vragen gesteld over de werking en de organen van het CDNI. Zij hebben onder andere de specifieke vereisten in het kader van Donau benadrukt en gewezen op de resultaten van de projecten WANDA en CO-WANDA.
 
Alle aanwezigen willen de samenwerking voortzetten. Aan het einde van de vergadering werden daarom al enkele verdere samenwerkingsmogelijkheden besproken. De Donaucommissie wenst door te gaan met de eerder begonnen werkzaamheden om de eigen aanbevelingen voor de omgang met afval van de lading zoveel mogelijk af te stemmen op die van het CDNI, maar is zich ervan bewust dat een milieubewuste afvalverwijdering alleen bereikt kan worden door bindende regelingen.
 
De toetreding tot het CDNI-Verdrag zou een mogelijk vertrekpunt kunnen vormen. Hiervoor moet concreet overleg plaatsvinden.
 
Meer informatie over de Donaucommissie en haar lidstaten vindt u op de website: http://www.danubecommission.org.
 
Meer informatie over het CDNI vindt u op de website: https://www.cdni-iwt.org/ en een videoclip over het 20-jarig bestaan van het Afvalstoffenverdrag kunt u bekijken onder: https://www.cdni-iwt.org/de/abfallarten-2/.
 

Persbericht